Je mag een zin nooit beginnen met voegwoorden zoals ‘maar’, ‘of’, ‘en’, ‘want’ en ‘dus’. Dat hebben veel mensen vroeger op school geleerd. Mijn dochter kreeg het een paar jaar geleden ook nog te horen. Toch wordt het steeds vaker gedaan. Ook door mij. Let tijdens het lezen van deze blog maar op.
Taal ontwikkelt zich. Pak een krant, een tijdschrift of een zakelijke tekst van twintig of zelfs tien jaar geleden en je merkt het verschil met teksten van nu. Tegen sommige ontwikkelingen zullen taalliefhebbers zich met hand en tand blijven verzetten. ‘Me fiets’, ‘hij wilt’ of ‘beter als mij’ zullen hopelijk nooit geaccepteerd worden. Maar met andere ontwikkelingen is niets mis.
Korte zinnen
Zo worden zinnen in teksten steeds korter. Ik kan geen onderzoek vinden dat die stelling bevestigt, maar ik weet zeker dat ik gelijk heb. Geen slechte ontwikkeling, vind ik. Te veel korte zinnen achter elkaar leest niet fijn, maar geef toe: lange zinnen zoals deze, met meerdere door komma’s afgescheiden deelzinnen plus het gebruik van veel voegwoorden, zorgen ervoor dat je als lezer afhaakt en dat is het laatste dat je als schrijver moet willen, niet alleen als je een commerciële tekst schrijft, maar ook als je mensen goed wilt informeren met bijvoorbeeld een berichtje in een nieuwsbrief.
Die laatste zin las niet fijn, toch? Als je streeft naar kortere zinnen is het heel handig om soms een nieuwe zin te kunnen starten met voegwoorden zoals ‘maar’, ‘of’, ‘en’, ‘want’ en ‘dus’.
Benadrukken
Maar er is nog een betere reden om dat zo nu en dan te doen. Het zorgt er namelijk voor dat je iets kunt benadrukken. Oordeel zelf. Vind je dat er verschil zit tussen deze zinnen?
- We kunnen thuis eten of naar dat nieuwe restaurant gaan.
- We kunnen thuis eten. Of we gaan naar dat nieuwe restaurant.
De eerste zin klinkt voor mij als een gelijkwaardige keuze tussen twee opties. De tweede voelt toch meer als een voorstel om naar het nieuwe restaurant te gaan. Daar ligt meer nadruk op.
Datzelfde verschil kun je ook krijgen met andere voegwoorden.
- Ik zit op voetbal voor de beweging en de derde helft.
- Ik zit op voetbal voor de beweging. En voor de derde helft.
- Het is een goed idee, maar ik zie hobbels op de weg.
- Het is een goed idee. Maar ik zie hobbels op de weg.
Zeker zinnen die beginnen met ‘en’ zijn volledig geaccepteerd, ook in formele teksten en literatuur. Op deze site staan mooie voorbeelden uit de bijbel en van Couperus en Reve. Zinnen die met ‘maar’, ‘of’, ‘want’ en ‘dus’ beginnen worden wat vaker als informeel gezien. Maar ‘informeel’ wil niet zeggen dat het niet mag. Het is niet fout. Of je het ook echt gebruikt, laat ik aan jou over. Want iedereen heeft recht op een eigen schrijfstijl.
Reactie schrijven