Hoe hip moet mijn tekst zijn? (Plus wat woorden die echt niet meer kunnen)

Sinds vorig voorjaar kijken ook wij veel meer Netflix dan normaal. Mijn vrouw en ik zitten nu middenin seizoen twee van The Crown, over het Engelse koningshuis, beginnend in de jaren ‘50. Het chique, formele, extreem ouderwetse taalgebruik valt op. Het kleurt de serie, maar zou in 2021 totaal niet meer passen. Ook in die tijd kreeg koningin Elizabeth al voorzichtige kritiek op haar toespraken, want de stoffige taal zorgde voor te veel afstand tot het volk, vonden sommigen. Dat risico lopen bedrijven ook. Hoe formeel of juist hip moet een zakelijke tekst eigenlijk zijn?

Ik begin even met een stukje dat ik vijf jaar geleden in een andere blog schreef:

“Taal ontwikkelt zich. We praten heel anders dan in de jaren ’60, maar vaak schrijven we nog wel zo. Dat komt door het misverstand dat je, als je gaat schrijven, zo ver mogelijk weg moet blijven van spreektaal. Vergeet dat. Je bereikt je doelgroep veel beter met teksten die eenvoudig en vlot zijn geschreven. Daarnaast wordt de kans op fouten kleiner als je dichter tegen spreektaal aan gaat zitten. Nee, je hoeft niet te schrijven als een twaalfjarige op WhatsApp, maar hanteer wél de regel dat je geen woorden gebruikt die je nooit zou zeggen in een gewoon gesprek.”

Natuurlijk, te informeel is ook niet goed. En uiteraard hangt het allemaal voor een groot deel van de doelgroep af. Maar veruit de meeste mensen die zakelijk schrijven, schrijven eerder te formeel dan te informeel.

Een tip: kijk eens naar het taalgebruik van kranten. Die hebben ook een brede doelgroep, net zoals de meeste bedrijven. Ze willen millennials bereiken, maar ook de zestigplussers niet kwijtraken.

Kijk voor de grap eens naar dit artikel uit 1933. Maar je hoef niet eens zo heel ver terug in de tijd. Sla op www.delpher.nl een krant uit de jaren ’90 open en het verschil valt snel op. Op dezelfde manier moet je ook als bedrijf meebewegen met de tijd.

Om te helpen om wat minder formeel te schrijven behandel ik tot slot nog wat voorbeelden van woorden waar je met een grote boog omheen moet lopen.

Men
In The Crown gebruikt koningin Elizabeth zelfs in een spontaan onderonsje met haar man zinnen als: 'One might think…', wat wordt ondertiteld als 'Men zou kunnen denken…'. Iemand die zoiets in deze tijd zegt, wordt uitgelachen. Maar in (zakelijke) teksten kom ik het woord ‘men’ nog steeds vaak tegen. Mijn probleem is dat het te algemeen en nietszeggend is. Wie is die ‘men’? Het is daarnaast ook gewoon ouderwets. Niet schrijven dus.

Welke
Ik doel niet op het vragend voornaamwoord, maar op ‘welke’ in de betekenis van ‘die’. Ik had ooit een collega, een salesmanager, die het altijd in zijn mailtjes gebruikte. 'Deze aanbieding, welke tot maandag geldt…'. Zou je dat in een gesprek ook zeggen? Nee, toch? Het komt geforceerd formeel over en dus sla je de plank mis.   

Tevens, echter, reeds, alsmede, inzake…
In plaats van tevens kun je gewoon het woord ook gebruiken. Of misschien bovendien. Schrijf ook geen echter, maar gewoon maar. Geen reeds, maar al. Geen alsmede, maar en, of ‘net als’. Geen inzake, maar over. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Hopelijk heb je een beeld.

Maak het jezelf niet te moeilijk met ouderwetse woorden omdat je daarmee denkt een soort Harry Mulisch te zijn. Denk niet dat teksten daar beter, creatiever of serieuzer van worden. Ten eerste is bijna niemand taalvaardig genoeg om formeel taalgebruik op een mooie manier te gebruiken. Ten tweede is een zakelijke tekst geen literatuur. Het heeft een ander doel.

Johan Cruijff zei ooit: voetballen is simpel, maar simpel voetballen is moeilijk. Dat geldt ook voor schrijven.

Reactie schrijven

Commentaren: 0

Teksten als een espresso
Puur en krachtig 
Voor bedrijven en redacties

+31 610 55 19 20   
info@tekspresso.nl


Foto's op deze website:
Frans Swaans (achtergrondfoto)
Danny van Emmerik van Door Danny Fotografie (foto Johan van Leeuwen)